Reglement van het fonds

Samenvatting

screen.brussels regels voor het aanvragen van financiering, subsidiabiliteitscriteria (economisch en cultureel, minimale uitgaven, verworven financiering, statuten enz.)

Flexibele inhoud
Titre

Contenu

De audiovisuele sector is een belangrijk onderdeel van de culturele en creatieve industrie in het Brussels Gewest. De Regering wil deze perspectiefrijke sector, die uitgeroepen is tot een van de prioriteiten van de Strategie 2025, een duwtje in de rug geven.

Om de efficiëntie te bevorderen, was het nodig om het Brussels audiovisueel aanbod voor alle betrokken partijen, zowel uit Brussel, uit België als uit het buitenland, overzichtelijker te maken.

Daarom heeft de Regering beslist een overkoepelend merk te ontwikkelen, genaamd screen.brussels, dat bestaat uit 4 onderdelen:

- screen.brussels film commission (het huidige Brussels Film Office)

- screen.brussels cluster (de huidige sectorcluster ondergebracht bij impulse.brussels)

- screen.brussels fund (nieuw Brussels coproductiefonds dat in de plaats komt van de lijn Bruxellimage-Wallimage)

- screen.brussels business (nieuwe specifieke financieringslijn van de GIMB)

De steun die verleend wordt via deze enveloppe, zal de vorm aannemen van leningen of kapitaal voor Brusselse kmo's die actief zijn in de audiovisuele sector (met andere woorden bedrijven die actief zijn op het gebied van geluid, beeld en informatica, de onderaannemers en de leveranciers van goederen en diensten voor de sector).

De werking van deze financieringslijn is onderworpen aan specifieke bepalingen die door de GIMB zijn ontwikkeld en is niet opgenomen in dit document, dat uitsluitend betrekking heeft op het fonds voor investeringen in audiovisuele content, hierna "screen.brussels fund" of "het fonds" genoemd.

Contenu

screen.brussels fund heeft met name tot doel ervoor te zorgen dat een deel van de audiovisuele uitgaven die voortvloeien uit bepalingen van andere (Europese, federale en communautaire) beleidsniveaus verricht worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zo beoogt screen.brussels fund tevens de competitiviteit van de Brusselse audiovisuele sector te versterken en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid in het Brussels Gewest te behouden en verder te ontwikkelen.

Het initiatief moet eveneens het pad effenen om samen te werken met de cultuurfondsen van de twee gemeenschappen alsook met de economische instrumenten van de andere Belgische en Europese gewesten. Op die manier zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest fungeren als verbindende metropool.

Het fonds participeert op selectieve wijze en onder bepaalde voorwaarden in de financiering van audiovisuele werken die worden voorgedragen door onafhankelijke productiehuizen.

De algemene filosofie van screen.brussels fund zorgt ervoor dat het fonds aansluit bij de toepassing van het beginsel van culturele verscheidenheid op het Europa van de regio's. Het komt er immers op aan structurerend te zijn voor de Brusselse audiovisuele sector, wat de volledige Europese filmindustrie ten goede komt.

De financiële tegemoetkomingen van het fonds zijn steunmaatregelen van de staat die compatibel zijn volgens de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde soorten van steunmaatregelen op grond van de artikelen 107 en 108 van het VWEU1, en in het bijzonder bij artikel 54 dat van toepassing is op steunregelingen voor audiovisuele werken, met de interne markt verenigbaar worden verklaard.[1]

[1] Krachtens de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) die in 2014 werd herzien, kunnen de lidstaten immers meer steunmaatregelen voor grotere bedragen toekennen zonder dat die op voorhand ter goedkeuring gemeld moeten worden bij de Commissie omdat het minder waarschijnlijk is dat ze in de interne markt mededingingsvervalsingen in de hand werken. Dankzij de goedkeuring van een herziene versie van de machtigingsverordening (...) kon de Commissie nieuwe soorten van steunmaatregelen vrijstellen, zoals (...) de gewestelijke fondsen voor ontwikkeling (..), cultuur (...), audiovisuele werken...

http://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/block.html#gber

http://europa.eu/rapid/press-release_IP-14-587_en.htm

Contenu

Om in aanmerking te komen voor steun van het screen.brussels fund moeten de audiovisuele werken aan een aantal ontvankelijkheidscriteria voldoen. Deze criteria zijn algemeen en economisch van aard.

3.1. Algemene ontvankelijkheidscriteria

Elk type en elk formaat van audiovisueel product dat in staat geacht wordt het patrimonium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de regio's of de lidstaten die het coproduceren te verrijken, is ontvankelijk voor het screen.brussels fund.

Om te worden beschouwd als verrijkend voor het patrimonium moet het audiovisuele werk aan minstens vier van deze criteria voldoen:

1. Het scenario speelt zich grotendeels af in Brussel, in België, in Europa of in een lidstaat die met België verbonden is door een coproductieverdrag

2. De regisseur en/of de scenarist(en) is/zijn gedomicilieerd in Brussel, in België, in Europa of in een lidstaat die met België verbonden is door een coproductieverdrag

3. Ten minste één hoofdrolspeler of drie bijrolspelers hebben de Belgische nationaliteit of zijn geboren in België

4. Ten minste één van de hoofdpersonages heeft een band met de Belgische cultuur

5. Het originele scenario werd geschreven in het Frans of het Nederlands en de hoofdpersonages drukken zich uit in één van deze talen

6. Het scenario is een adaptatie van een literair werk of een cultureel erkende creatie

7. Het audiovisueel werk heeft als hoofdthema kunst en/of meerdere artiesten

8. Het audiovisueel werk gaat voornamelijk over historische personen of gebeurtenissen

9. Het audiovisueel werk kaart voornamelijk maatschappelijke thema's aan die relevant zijn voor België, voor een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van de Europese Vrijhandelsassociatie of voor een lidstaat die met België verbonden is door een coproductieverdrag en die betrekking hebben op actuele, culturele, sociale of politieke aspecten

10. Het audiovisueel werk draagt bij tot de herwaardering van het Belgisch of Europees audiovisueel patrimonium of van dat van een lidstaat die met België verbonden is door een coproductieverdrag

Pornografische werken, werken die aanzetten tot haat of tot rassenhaat, werken die in strijd zijn met de mensenrechten, reclame en informatie- of sportprogramma’s zijn echter uitgesloten van steun.

3.2. Economische ontvankelijkheidscriteria

Om in aanmerking te komen moet ook de productie van het audiovisueel werk voldoen aan twee economische basiscriteria:

3.2.1. Aantonen van een reeds verworven percentage van de totale financiering van de productie[1]

  • Voor de formats langspeelfilm, televisieserie, documentaire, animatiefilm 40 %
  • Bijzondere formats (XR, videogames, audiocontent, andere hybride formats etc.) 60%
  • Voor de format internetserie 80%

Opmerking: Een financiering kan slechts worden geacht te zijn bevestigd wanneer effectief een document werd ondertekend waarin staat dat de andere partij het beoogde bedrag aan dit specifieke project zal toekennen. Dit document moet zich bij de bijlagen van het aanvraagdossier bevinden. Bij ontstentenis daarvan zal het bedrag niet als bevestigde financiering worden aanvaard.

3.2.2. Zich ertoe verbinden een minimum aan in aanmerking komende uitgaven te doen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (excl. btw, onvoorziene kosten)

  • Voor de formats langspeelfilm en televisieserie € 250 000
  • Voor de formats documentaire en bijzondere formats € 75 000
  • Voor de formats internetserie € 45 000
  • Voor de formats audio (podcast, audioboeken, etc.) € 30 000  

De in aanmerking komende audiovisuele uitgaven moeten in elk geval ten minste gelijk zijn aan het bedrag dat aan screen.brussels wordt gevraagd.

[1] De eventuele financiële bijdrage van screen.brussels fund mag niet in dit percentage worden verrekend.

Contenu

De begunstigde is een productiehuis dat beantwoordt aan volgende criteria:

  • het is gevestigd als handelsvennootschap. 
  • het heeft geen directe of indirecte band met een omroep, d.w.z.
     
    • het beschikt over een rechtspersoonlijkheid anders dan die van een omroep
    • de producent staat niet onder het gezag van een administratieve overheid
    • de producent mag gedurende een periode van 3 jaar niet meer dan 75% van zijn omzet halen uit het maken van producties voor dezelfde omroep
    • geen enkele omroep neemt direct of indirect deel in het kapitaal van het productiehuis
  • het heeft al minstens een jaar een exploitatiezetel in België
  • het heeft een statuut van producent of gemachtigde coproducent van het project waarvan ze een deel van de rechten heeft dat ten minste gelijk is aan het pro rata van het coproductiedeel van het Fonds op het totale productiebudget
  • ze heeft geen achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en heeft geen procedure lopen op basis van Europees of nationaal recht waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.
    • In voorkomend geval behoudt het fonds zich het recht voor te eisen dat hetzelfde geldt bij de btw-administratie, de FOD of de FOD Financiën.

NB: Ingeval een project wordt beheerd door meerdere coproducenten vertegenwoordigt één van hen de anderen bij het fonds maar blijven ze allemaal hoofdelijk aansprakelijk.

Contenu

Een aanvraag kan enkel worden ingediend in het kader van de sessies die door het fonds worden georganiseerd.

Per jaar worden drie sessies georganiseerd:

  • Januari
  • Juni
  • September

De precieze data en de bedragen van de kredieten die bij elk van de sessies beschikbaar zijn, worden tijdig aan de professionelen meegedeeld via de website en sociale media.

Het volledige aanvraagdossier en de bijlagen (verplichte + eventueel facultatieve) moet worden ingediend:

  • elektronisch via het formulier dat op de website www.screen.brussels staat
  • uiterlijk op de indieningsdatum om 17:00 uur.
  1. Als indieningsdatum gelden de datum en het uur van het elektronische ontvangstbewijs.
  2. De steunaanvragen die niet met behulp van de verplichte modellen zijn ingediend, worden uitgesloten.

5.1. De overeenstemming met de Europese regelgeving

De op dit reglement gebaseerde participaties zijn een vorm van staatssteun die beantwoordt aan de Europese regelgeving in verband met staatssteun aan ondernemingen. Wanneer voor dezelfde uitgaven de steun in het kader van het fonds screen.brussels gecombineerd wordt met andere staatssteun zoals vermeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU), mag het gecumuleerde bedrag van de steunverlening niet uitkomen boven het plafond dat opgelegd is door de AGVV. Bij de steunaanvraag moet de producent het Fonds dan ook informeren over steun die al verkregen of aangevraagd werd in België of in een andere lidstaat en moet hij desgevallend zijn aanvraag bij het Fonds dienovereenkomstig aanpassen. Onder steunintensiteit verstaat men het steunbedrag, uitgedrukt als een percentage van de uitgaven voor het audiovisuele werk die in aanmerking komen voor steun.

5.2. Aanvraagformulier

Het aanvraagformulier moet (onder andere) de volgende documenten bevatten:

  1. Verzoeker:
    1. gegevens van de aanvragende onderneming en van de verantwoordelijke producent,
    2. cijfergegevens van het project (aanvraag bij screen.brussels, bedrag van de uitgaven, aantal FTE’s…)
  2. Ontvankelijkheid :
    1. Culturele criteria
    2. Economische criteria
  3. Synopsis:
    1. Korte synopsis (maximaal 3000 tekens)
    2. Korte beschrijving (maximaal 1000 tekens)
  4. Intentienota’s:
    1. Van de producent (10 000 tekens), over met name:
      1. De impact op de Brusselse productiefirma
      2. De impact op de Brusselse filmcrew
      3. De impact op de Brusselse dienstverleners
      4. In voorkomend geval: de impact op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake territoriale marketing ("made in Brussels", Brussel in het scenario ...)
      5. In het geval van een 2e indiening: een beschrijving van de nieuwe elementen van het dossier die deze tweede voorlegging verantwoorden.
    2. Intentienota van de regisseur (maximaal 10 000 tekens)
  5. Beschrijving van het werk :
    1. Regisseu(r)(se)(s), scenarioschrij(v)(fst)er(s); auteur(s)
    2. Technische beschrijving
    3. Planning
    4. Coproductie
    5. Marketingstrategie
  6. Technisch en artistiek:
    1. Lijst van technici
    2. Cast
  7. Lijst van technische dienstverleners
  8. Financiering:
    1. Financieringsplan
    2. Bewijzen van financiering
    3. Verdeling van de opbrengsten
    4. Beknopt overzicht van het budget
    5. Gedetailleerd budget
    6. Al die documenten moeten worden samengesteld op basis van sjablonen (Excel-bestand) om te downloaden, op te slaan in pdf-formaat en in te dienen in het formulier. Een uitzondering geldt voor het gedetailleerde budget. Daarvoor wordt het werkdocument van de producent gebruikt, waarin volgende kolommen worden toegevoegd:
      1. Uitgaven die in aanmerking komen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
      2. Uitgaven die niet in aanmerking komen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
      3. Uitgaven die elders in België gebeuren.
  9. Bijlagen
    1. Verplichte bijlagen

De verantwoordingsstukken van de akkoorden en financieringen die als "bevestigd" zijn aangeduid in het dossier, in de vorm van gedateerde en ondertekende documenten en overeenkomsten:

  1. Co-productieovereenkomsten
  2. Overeenkomsten voor distributiegaranties
  3. De overeenkomsten m.b.t. de auteursrechten en de auteursprestaties (regisseur en scenarist)
  4. Cv’s van de regisseu(r)(se)(s), scenarioschrij(v)(fst)er(s); auteursStatuten van het productiehuis
  5. RSZ-verklaring die dateert van minder dan drie maanden geleden
  6. Scenario:
    1. Fictie langspeelfilm: een volledig uitgeschreven scenario.
    2. Televisie- of internetseries: volledig uitgeschreven scenario van de eerste 3 afleveringen.
    3. Animatie en bijzondere formats: een volledig uitgeschreven scenario, een aanzet tot storyboard, design van personages, decor, moodboards en een beschrijving van de gebruikte technieken.
    4. Documentaire: een gedetailleerde inhoudelijke en visuele opzet en structuur, zo mogelijk een gedetailleerd scenario.
    5. Al die documenten moeten in het Frans, het Nederlands of het Engels worden ingediend in pdf-formaat.

5.4 Facultatieve bijlagen

De facultatieve bijlagen zijn bijvoorbeeld:

  1. Offertes of intentieverklaringen van de voornaamste toekomstige dienstverleners en Brusselse leveranciers.
  2. Documenten i.v.m. de financiering of de distributie die nog in onderhandeling zijn.
  3. Visuele elementen
  4. Lijst met de beoogde opnamelocaties
  5. Elk ander document dat volgens de verzoeker nuttig is voor de analyse van zijn project.

Deze documenten moet in het Frans, het Nederlands of het Engels worden ingediend in pdf-formaat.

5.4. Vorm van het dossier

Het dossier kan alleen via het online formulier worden ingediend.

Contenu

6.1. Administratieve selectie

Alle aanvragen worden eerst getoetst aan

  • de ontvankelijkheidscriteria 
  • de conformiteit met de deelnemingsvoorwaarden
    • indiening dossier vóór 17:00 uur op de uiterste indieningsdatum
    • alle aanvraagformulieren en bijlagen moeten correct ingevuld zijn en bij het dossier gevoegd worden. Gelieve in voorkomend geval te staven waarom een vraag niet kan worden beantwoord.

De projecten die niet aan de ontvankelijkheidscriteria voldoen en niet in overeenstemming zijn met de deelnemingsvoorwaarden zullen worden uitgesloten van de kwalitatieve selectieprocedure.

Vervolgens kent het team van screen.brussels fund met behulp van de evaluatiecriteria (zie punt 6.2) aan de ontvankelijke projectvoorstellen een cijfer toe.

Een project mag slechts twee keer ingediend worden. Ingeval het aanvraagdossier een tweede keer wordt ingediend, moet daaraan een beschrijving worden toegevoegd van de nieuwe elementen die deze tweede indiening rechtvaardigen.

6.2. Gunningscriteria

De ontvankelijke steunaanvragen worden door het team van screen.brussels fund beoordeeld en ter beslissing aan de Raad van Bestuur voorgelegd.

Aan elke indiener wordt voor het indienen van zijn project en tijdens elke sessie met aandrang gevraagd om zijn project eerst voor te stellen aan de verantwoordelijke van de coproducties en/of de directeur van het fonds en het dan pas in te dienen.

Die vergaderingen gebeuren tot een week voor de uiterste datum voor indiening van de projecten zodat het team van screen.brussels fund zich een optimaal beeld kan vormen van het dossier en al direct eventuele onduidelijkheden kan begrijpen.

Na de deadline van de sessies vinden geen gesprekken met de producenten meer plaats.

De raad van bestuur zal in elk geval een beslissing nemen op basis van de elementen die in het ingediende dossier zitten.

De ontvankelijke steunaanvragen zullen worden beoordeeld op basis van volgende kwantitatieve en kwalitatieve criteria:

De maatschappelijke, culturele of technologische meerwaarde van het werk: 4 punten

  • in termen van kwaliteit en aantrekkelijkheid van het scenario of het innovatieve karakter van de format (speciale formats)

De actoren die betrokken zijn bij het audiovisuele werk: 6 punten

  • Het professionalisme en het trackrecord van de aanvrager
  • De kwaliteit en aantrekkelijkheid van de casting voor de fictie / de personages en doelgroep voor animatie / het onderwerp van de documentaire / de immersive experience / het concept van speciale formats
  • De kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de regisseur/animatieverantwoordelijke

Return: 20 punten

  • De troeven van de coproductieovereenkomst
  • Kenmerk van de financieringsovereenkomsten (distributeurs, equity, gap financing etc.) + ondertekende en gedateerde intentieovereenkomsten, met opgave van de bedragen ...
  • Percentage van de verworven financiering
  • Financieel en/of strategisch belang van de financiering van screen.brussels fund bij de haalbaarheid van het project voor de producent
  • De kansen op financiële return en de terugbetalingscapaciteit

Structurende effecten: 70 punten

  • Ratio investering-in aanmerking komende uitgaven
  • Bedrag (absolute waarde) van de in aanmerking komende uitgaven
  • Bedrag (absolute waarde) van de niet in aanmerking komende uitgaven
  • De impact op de Brusselse/Belgische productiefirma
  • De impact op de Brusselse filmcrew (fysieke personen)
  • De impact op de Brusselse dienstverlenende bedrijven
  • De impact op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van territoriale marketing (het naar voren schuiven van Brussel: "made in Brussels")

TOTAAL: 100 punten

N.B.: Als positieve stimulans om de audiovisuele industrie te betrekken bij een respectvolle benadering van onze planeet en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's), zal ook een bonussysteem worden opgezet.

Concreet zullen vanaf de sessie van juni 2022, 2 bonuspunten worden toegekend in de criteria voor de selectie van projecten:

  • 1 punt indien het productiehuis kan aantonen dat een eco-adviseur aanwezig is en het project begeleidt; 
  • 1 punt als het productiehuis het ecodynamische label van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft, of een ander gelijkwaardig label voor wie in Wallonië of Vlaanderen is gevestigd. In 2022 en 2033 kan het bonuspunt "ecodynamisch label" worden toegekend aan elk productiebedrijf dat kan aantonen dat het op geldige wijze een aanvraag heeft ingediend bij Leefmilieu Brussel of bij een gelijkwaardige instelling in Wallonië of Vlaanderen. 

6.3. Analyses van de aanvragen

De aanvragen worden door het team van screen.brussels fund geanalyseerd. Rekening houdend met het optimaal gebruik van overheidsmiddelen en de verwezenlijking van politieke doelstellingen (o.a. het structurerend effect op de audiovisuele sector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) is het team van screen.brussels fund, met instemming van de verzoeker, bevoegd om elementen verbonden aan de steun en de in aanmerking komende uitgaven zoals die zijn opgenomen in het voorstel, te corrigeren of te reduceren.

6.4. Toewijzing van de steun

Op basis van de analyses van het team van screen.brussels fund beslist de raad van bestuur van screen.brussels fund over de toewijzing van de steun en bepaalt ze de voorwaarden waaronder die wordt toegewezen.

De raad van bestuur kan bijkomende voorwaarden stellen aan een steunaanvraag.

Contenu

Alle uitgaven aangegaan en uitgevoerd voor materiële of intellectuele goederen en diensten die rechtstreeks verband houden met de audiovisuele sector, kunnen in aanmerking genomen worden.

De uitgaven moeten als doel de voltooiing van het beoogde audiovisuele werk hebben en moeten structurerend zijn (zorgen voor gunstige economische gevolgen op lange termijn) voor de audiovisuele sector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De enige uitgaven die in aanmerking komen, zijn de uitgaven die worden gefactureerd aan de begunstigde, of indien van toepassing aan diens coproducent op voorwaarde dat ze duidelijk gepreciseerd en verantwoord zijn in het kader van het geselecteerde project.

De uitgaven die in aanmerking komen voor steun zijn exclusief BTW, moeten realistisch en marktconform zijn en mogen nog niet gefactureerd zijn op het moment van de indiening van het dossier.

De uitgaven komen enkel in aanmerking wanneer zij verricht worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en gefactureerd worden door een btw-plichtige onderneming of zelfstandige met zowel maatschappelijke zetel als exploitatiezetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bij betalingen aan een natuurlijke persoon telt alleen de fiscale woonplaats van de technicus. Indien die laatste via een sociaal secretariaat of een uitzendbureau werkt, wordt de fiscale woonplaats van de eindbegunstigde in aanmerking genomen en niet het adres van het sociaal secretariaat/uitzendbureau.

Indien een factuur afkomstig is van een audiovisueel diensten- of postproductiebedrijf dat geldig gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, neemt het fonds de totale factuur van dat bedrijf in aanmerking, ongeacht de woonplaats van de werknemers. In dat geval controleert het fonds de echtheid van de tewerkstelling door een kopie op te vragen van de arbeidscontracten. Zowel contracten voor onbepaalde duur als contracten voor bepaalde duur van meer dan 2 maanden komen daarbij in aanmerking.

Facturen moeten steeds opgemaakt worden volgens de wettelijke bepalingen en voldoende details vermelden.

Het fonds oordeelt over de relevantie van de in aanmerking komende uitgaven.

Volgende uitgaven worden beschouwd als structurerende audiovisuele uitgaven (deze lijst is niet-exhaustief):

De uitgaven “above the line”

De uitgaven “below the line”

7.1. Above the line

Onder "above-the-line" worden die uitgaven opgenomen waarvan het bedrag vast ligt vooraleer de productie van start gaat. Deze uitgaven zijn niet afhankelijk van de effectieve prestaties. Op deze uitgaven dient bijgevolg geen marge voor onvoorziene omstandigheden te worden berekend.

Artistieke rechten

Ontwikkeling

  • Location hunting
  • Casting

Scenario en rechten

  • Onderwerp
  • Script
  • Supervisie (script doctor)

Muziek

  • Auteursrechten muziek bestaande werken
  • Auteursrechten muziek originele werken

Bezoldiging regisseur

Bezoldiging van de hoofdrollen

7.2. Below the line

Onder "below-the-line" worden alle uitgaven opgenomen waarvan het bedrag varieert al naargelang van de effectieve prestaties (aantal draaidagen, aantal montagedagen, enz.). Op deze kosten kan een marge van 10% voor onvoorziene omstandigheden worden berekend.

Personeelsuitgaven

Ploeg productie en administratie

  • Ploeg regie
  • Ploeg beeld
  • Ploeg klank
  • Ploeg animatie en CGI
  • Ploeg decor
  • Ploeg kostuums en make-up
  • Ploeg elektro en machinisten
  • Vertolking
    • Nevenrollen
    • Bijrollen
    • Stand-ins
    • Figuranten
    • Artistiek personeel na opnames
  • Stunts en special effects tijdens opnames
  • Sociale lasten gekoppeld aan de personeelsuitgaven geplafonneerd op 54 % van de loonmassa.

Uitgaven voor materiaal

  • Camera- en opnamemateriaal
  • Materiaal belichting
  • Machinerie
  • Materiaal klank
  • Huur van opnamestudio's (speciaal daarvoor bestemde plaatsen)
  • Specifiek computermateriaal voor de productie
  • Specifiek decormateriaal voor de productie
  • Materiaal kostuums en make-up

Logistieke uitgaven

  • Beelddragers
  • Geluidsdragers
  • Laboratorium
  • Opnamekosten (loges, opslagruimte, telecommunicatiemateriaal, …)
    • Catering op de set gefactureerd door een btw-plichtige zelfstandige of een cateringbedrijf, gespecialiseerd in filmsets
    • Huren van locaties voor binnen- en buitenopnames die eigendom zijn van een bedrijf

Uitgaven voor postproductie

  • Ploeg post-productie
  • Ploeg montage
  • Ploeg klank en mixage
  • Klankstudio
  • Montagestudio
  • VFX
  • Geluidsdragers
  • Werken laboratorium
  • Dubben en ondertiteling
  • Vergoedingen van communicatiespecialisten van wie de omzet grotendeels resulteert uit prestaties die rechtstreeks verband houden met de promotie van audiovisuele werken (trailers, promotiefilmpjes, promotionele werken, gespecialiseerde perscontacten …).
    • Deze vergoedingen moeten betrekking hebben op diensten die door de productie zijn besteld en die worden uitgevoerd voordat de eerste kopie wordt geleverd.

Voor twee soorten in aanmerking komende uitgaven wordt evenwel een plafond opgelegd

1.1.1.1 Onvoorziene uitgaven

1.1.1.2 Het bedrag daarvan dat in aanmerking kan komen, komt overeen met 10 % van de uitgaven "below the line". Die uitgaven moeten degelijk verantwoord worden en beantwoorden aan de criteria om in aanmerking te worden genomen.

1.1.1.3 Honoraria producenten

Indien de producent een maatschappelijke zetel en exploitatiezetel heeft in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kunnen zijn honoraria in aanmerking worden genomen ten belope van 7,5 % van de totale uitgaven above-the-line en below-the-line.

Contenu

Komen niet in aanmerking (deze lijst is niet-exhaustief):

  • uitgaven die verricht worden buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
  • uitgaven die reeds gefactureerd of betaald zijn voor het indienen van de aanvraag, behalve de kosten voor het script en de screnarist(en).
  • uitgaven die niet structurerend zijn voor de Brusselse audiovisuele sector, zoals
     
    • computermateriaal (tenzij expliciet gemaakte kosten in het kader van speciale effecten en grafische animatie in en voor het project zelf, en dan nog steeds pro rata de afschrijvingsmethode van een investering in geval van een aankoop).
    • kosten aangegaan om privélocaties te huren aan privé eigenaars, 
    • huren van locaties voor binnen- en buitenopnames die toebehoren aan overheidsbedrijven 
    • algemene kosten van de productie- en postproductiebedrijven (post, telefoon en gsm, koeriers en andere administratieve kosten, kantoormateriaal, …)
    • uitgaven voor transport, zoals verplaatsingskosten van de ploeg, hun productievoertuigen, de aankoop van brandstof, taxikosten, vrachtwagens, enz. en dat zowel bij productie als bij postproductie;
    • hotelkosten zowel bij productie als bij postproductie
    • restaurantkosten zowel bij productie als bij postproductie (uitgezonderd de kosten voor de catering op de opnamelocaties);
    • kosten gerelateerd aan de productie van reclamemateriaal en de aankoop van publiciteitsruimte (inclusief SEO, SAO)

financiële, juridische en verzekeringskosten

Contenu

Bij de aanvraag dient ook een overzicht van de geplande financiering van het project toegevoegd te worden met:

  • alle informatie die nodig is voor een goed begrip van de financiering.
  • het totaal bedrag van het financieringsplan dat gelijk moet zijn aan het totaal van alle geplande uitgaven.

In dat financieringsplan moet een onderscheid gemaakt worden tussen de reeds bevestigde financiële middelen en deze die nog niet definitief verworven zijn.

Een bepaald percentage van het totale productiebudget moet reeds verworven zijn:

- 40 % voor langspeelfilms, televisiereeksen, documentaires, animaties,

- 60 % voor bijzondere formats en audio formats

- 80 % voor internetseries

Een financiering wordt beschouwd als bevestigd indien een ondertekend en gedateerd document met cijfers bestaat waaruit blijkt dat de andere partij het vernoemde bedrag zal toekennen voor dit specifieke project.

Dat document moet als bijlage bij het aanvraagdossier gevoegd zijn. Anders wordt het bedrag niet aanvaard als bevestigde financiering.

Contenu

11.1. Het steunbedrag

De steun wordt toegekend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten op netto-ontvangsten.

aanvrager moet in het aanvraagformulier aangeven hoeveel steun hij voor dit project wenst te ontvangen.

Daarbij moet rekening gehouden worden met de volgende regels:

  • De totale steun zal nooit meer bedragen dan 300.000 euro per project voor een langspeelfilm, televisiereeks, documentaire, animatie en bijzondere formats.
  • De steun bedraagt maximum 50 % van het totale productiebudget van het project

11.2. Aanvang en duur van de steunperiode

De eerste factuur voor de uitgaven die in aanmerking komen voor steun, moet dateren van na de datum waarop de steunaanvraag is ingediend, behalve voor uitgaven gerelateerd aan het scenario en de scenarioschrijver(s).

De steun moet aangewend worden binnen de 18 maanden na de datum waarop de steun is goedgekeurd.

Voor animatiefilms en animatiereeksen wordt deze periode vastgesteld op 24 maanden na de datum waarop de steun is goedgekeurd.

Contenu

De toegekende steun wordt uitbetaald in twee schijven:

  • 80 % bij de ondertekening van de overeenkomst op voorwaarde dat het begunstigde productiehuis
    • de uitbetaling van de schijf aanvraagt
      • zich formeel verbindt tot het bedrag van de structurerende audiovisuele uitgaven die gegenereerd worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ondertekende bestelbonnen en/of intentiebrieven).
    • aantoont dat de financiering volledig rond is aan de hand van
       
      • de definitieve gedetailleerde begroting
      • het financieringsplan met alle ondertekende contracten
      • het door de hoofdproducent ondertekend recoupmentschema dat ten volle rekening houdt met de specifieke positie van screen.brussels
  • 20 % op basis van de bewijsstukken voor de totale aangekondigde uitgaven die in aanmerking komen.

De bewijsstukken moeten uiterlijk 6 maanden na de levering van de nulkopie bezorgd worden, uitgezonderd voor internetseries waarvoor de bewijsstukken ingediend moeten worden binnen de 2 maanden nadat de laatste aflevering online is geplaatst.

Als de uitgaven die in aanmerking komen voor steun, niet volledig zijn bewezen, wordt de steun proportioneel verminderd om het aandeel voor herinvestering zoals vermeld in de overeenkomst te behouden Als zij daarentegen hoger uitvallen dan het voorziene bedrag, blijft het akkoord tussen screen.brussels fund en de begunstigde producent ongewijzigd.

Indien de in aanmerking komende uitgaven minder bedragen dan het vereiste minimum, dus minstens het totaalbedrag van de investering, dan vervalt de steun volledig.

Als het begunstigde productiehuis achterstallige schulden heeft bij de RSZ, wordt de uitbetaling opgeschort tot de begunstigde het bewijs levert dat de schulden zijn aangezuiverd.

Contenu

De door het fonds verleende steun neemt de vorm aan van een participatie volgens het principe van coproductie.

screen.brussels fund ontvangt dus een percentage van alle netto-ontvangsten die voortvloeien uit de exploitatie van het audiovisuele werk. Dat percentage komt overeen met de verhouding van de totale steun verleend door het fonds ten opzichte van het volledige budget voor het audiovisuele werk.

screen.brussels fund heeft recht op dat percentage, ook na de terugbetaling van het voorschot op de opbrengsten.

Het percentage zal opgenomen worden in de steunovereenkomst.

Wanneer de verhouding van de totale steun verleend door screen.brussels fund ten opzichte van het volledige budget voor het audiovisuele werk wijzigt, wordt dat percentage aangepast. Een vermindering van dat percentage is echter niet mogelijk, behalve indien de steun van het fonds zou worden verlaagd, geschrapt of teruggevorderd.

De terugbetaalbare voorschotten worden terugbetaald met alle netto-ontvangsten die de producent genereert als gevolg van de exploitatie van het audiovisuele werk. De terugbetaling dient te gebeuren vanaf de eerste euro aan netto-ontvangsten, gelijktijdig en in eerste rang met de andere investeerders die de productie gefinancierd hebben maar na terugbetaling van de participaties van de producenten en auteurs, voor zover ze werden gebruikt voor de financiering van het audiovisuele werk en ze bij de indiening van het dossier werden vermeld en aanvaard in het financieringsplan.

De netto-ontvangsten omvatten:

  • alle inkomsten uit de exploitatie van het audiovisuele werk in België, inclusief de inkomsten uit kabel en privékopierechten en uit merchandising.
    • De volgende kosten en posten kunnen worden afgetrokken van die inkomsten, voor zover ze door de begunstigde worden gedragen:
      • de heffingen en belastingen betaald aan de openbare besturen
      • de rechten aan auteursverenigingen en het aandeel voor de zaalexploitanten
      • de promotie- en distributiekosten voor het uitbrengen van het audiovisuele werk, inclusief de aanmaak van de kopieën. Die kosten moeten in redelijke verhouding staan tot de afzetmarkt of de productiekosten van het audiovisuele werk;
      • de distributieprovisie;
      • de voorverkopen en gegarandeerde minima, voor zover ze gebruikt werden voor de financiering van het audiovisuele werk en ze bij de indiening van het dossier werden vermeld en aanvaard in het financieringsplan;
      • de gerechtskosten die betrekking hebben op de invordering van de te innen geldsommen.
         
  • alle inkomsten uit de exploitatie van het audiovisuele werk in het buitenland, inclusief de inkomsten uit kabel en privékopierechten en uit merchandising, met uitzondering van de voorbehouden territoria van de coproducenten.
     
    • De volgende kosten en posten kunnen worden afgetrokken van die inkomsten, voor zover ze door de begunstigde worden gedragen:
      • de bronheffingen op buitenlandse inkomsten;
      • de promotie- en distributiekosten voor het uitbrengen van het audiovisuele werk, met inbegrip van de kosten voor het ondertitelen en dubben van de kopieën voor festivals. Die kosten moeten in redelijke verhouding staan tot de afzetmarkt of de productiekosten van het audiovisuele werk;
      • de verkoopcommissies volgens de internationaal gangbare normen;
      • de voorverkopen en gegarandeerde minima, voor zover ze gebruikt werden voor de financiering van het audiovisuele werk en ze bij de indiening van het dossier werden vermeld en aanvaard in het financieringsplan;
      • de gerechtskosten die betrekking hebben op de invordering van de te innen geldsommen.

Bij toekenning van steun aan het project is de begunstigde verplicht detailinformatie over deze cijfers bij te houden.