Frans

Melvile ligt in de steile vallei van een eeuwenoud bos. Paul brengt hier als kind al zijn zomervakanties door met zijn oma. In de zomer van zijn vijftiende verjaardag verwoest een brand het bos. Ruth, zijn eerste liefde, en Thomas, zijn beste vriend, komen om het leven. Paul voelt zich verantwoordelijk voor hun verdwijning en heeft Melvile twintig jaar lang de rug toegekeerd. Maar het stadje, dat op het punt staat te worden opgeslokt door de bouw van een dam, dwingt hem terug te keren om de verkooppapieren voor het huis van zijn grootmoeder te tekenen. Deze terugkeer is voor hem een gelegenheid om de omstandigheden van de dood van zijn vrienden te achterhalen en de geheimen van een duistere gemeenschap te onthullen...