Roemeense
Nederlands
Frans
Pamela, een tienermoeder van 18 jaar, leeft verstikt in een Romagemeenschap in een Roemeens dorp. Ze heeft haar studies opgegeven om voor haar baby te zorgen. Haar oma waakt over haar. Ze wonen met z’n drieën in hun stulpje en delen één bed. Pamela droomt van een ander leven. Ze wil graag agente zijn in een land waar de mannen geen machotypes zijn zoals haar vriend en accordeonist, of losers, zoals Marian, een dief die stapelgek is op haar. Ze belooft aan zichzelf om een man te vinden van wie ze een geëmancipeerde vrouw mag zijn. Via een huwelijksbureau komt Pamela in contact met een Belgische man, aan wie ze niet vertelt dat ze een dochtertje heeft. Sterker nog: ze laat haar dochtertje achter om hem te ontmoeten.